Iets pragmatisch aanmaken. Oftewel: je richt je op de bruikbaarheid van iets. Zo is een blikopener bedoelt om een blik te openen. Maar je gaat er geen deur mee openmaken. Wie een deur wil open maken gebruikt iets praktisch. En zo is de deurklink een pragmatische manier om de deur te openen. En een blikopener om een blik te openen. Dit is een uitleg van het woord pragmatisch in een notendop. Maar er valt natuurlijk veel meer over te vertellen. In deze blog duiken we in het woord. Van de betekenis tot aan de herkomst en laten we je een aantal voorbeelden zien. Lees je mee?
Een pragmatisch schoolsysteem. Pragmatisch leren of dat is een pragmatische aanpak. We komen het woord pragmatisch heel vaak tegen. Maar kun je het zo één, twee, drie benoemen wat het woord betekent? Het is een lastige. En wie denkt in synoniemen komt al snel op de volgende woorden wat betreft het woord: pragmatisch, namelijk:
- Nuttig
- Praktijkgericht
- Praktisch
- Didactisch
- Leerzaam
Pragmatisch betekenis
Maar als we het groot woordenboek der Nederlandse taal openslaan en het woord pragmatisch erbij pakken, dan vinden we daar het volgende:
Pragmatisch – bn. bw. werkdadig, algemeen nuttig; feitelijk; — de geschiedenis pragmatisch behandelen, naar feiten en daarbij letten op oorzaak en gevolg, ten einde door die wijze van voorstelling nut te kunnen trekken voor het leven, dus niet naar bespiegelingen.
Hieruit halen we dat pragmatisch zich richt op iets dat nuttig is én bruikbaar. Maar ook in de taal kun je iets pragmatisch behandelen, zelfs op je werk kun je iets pragmatisch behandelen. Laten we eens even duiken in de herkomst van het woord pragmatisch. Als we naar de herkomst van het woord pragmatisch zoeken, moeten we al snel een flinke duik in het verleden nemen. Want de oorsprong van het woord vinden we bij een filosofische stroming. Deze stroming stond vooral bekend doordat de wijze mannen zich focuste op een verbinding tussen de praktijk en de theorie. Zij geloofden dat deze twee zaken nooit los van elkaar kunnen zijn. De belangrijkste theorie die zij bijvoorbeeld stelden, is: “Een opvatting kan alleen waar zijn als het in de praktijk werkt.”
De grondleggers van het pragmatisme
De voornaamste pragmatisten, hoe ze zichzelf noemden, waren: C.S. Peirce, William James, John Dewey en G.H. Mead. Peirce wordt vooral gezien als de grondlegger van deze filosofische stroming. Hij combineerde pragmatisch met logica. Waardoor hij concepten kon op helderen. Hij definieerde dit als volgt:
“Consider what effects, which might conceivably have practical bearings, we conceive the object of our conception to have. Then our conception of these effects is the whole of our conception of the objects.”
Hieruit kunnen we halen dat alleen als iets concreet en waarneembaar is, kan het logisch worden. Het is dan een praktisch gevolg van de werkelijkheid. Denk maar aan de deurklink en de deur. Daar ga je een blik mee openen. William James schreef hier in begin 20ste eeuw een aantal boeken over, zoals:
- Will to believe, and Other Essays in Popular Philosophy(1897)
- The Varieties of Religious Experience(1902)
- Pragmatism, a New Name for Old Ways of Thinking(1907)
James vond dat wetenschappelijk onderzoek, maar ook het religieus geloof rationeel konden zijn. Maar dat het vaak een gebrek aan bewijs was dat de waarheid van het geloof werd aangetoond. Hij geloofde dat je een samenhang kon maken doordat je puzzelstukjes aan elkaar verbonden door te kijken naar de werkelijkheid. Hierbij draait het om het nut van ware overtuigingen, zoals binnen het geloof. De waarheid zou dan verifieerbaar zijn, zolang onze gedachten en uitspraken samenhangen met de werkelijkheid.
Het pragmatisme was een vernieuwende stroming binnen de filosofie, terwijl het wel was gebaseerd op oude grondleggers. René Descartes: Cogito ergo sum. Of te wel: ik denk, dus ik ben. Dit is de basis van de westerse filosofie. En later ook de basis van het pragmatisme. Toch werd het pragmatisme verdrongen door de opkomst van de analytische wijsbegeerte. Maar in de jaren zestig werd het pragmatische weer gebruikt als kritiek op een andere stroming: het logische positivisme. Dit kwam ook grotendeels doordat de sociologie meer aandacht kreeg voor het pragmatisme. Hierdoor is het meer doorgedrongen in onze westerse maatschappij. En waar het doordringt in de maatschappij zie je vaak dat het ook doordringt in onze taal.
Dagelijks gebruik van het woord pragmatisch
Zoals je net al kon lezen is pragmatisch werken opgepakt door de sociologie. En daardoor zien we het ook terugkomen bij veel studies die gericht zijn op zorg en de maatschappij. In het woord pragmatisch zit het woord praktisch verstopt. Wat je laat zien dat je nuttig en bruikbaar te werk gaat. Hoe vertalen we pragmatisch werken dan naar de huidige wereld waarin we leven? Want de tijd dat de filosofen uit 1900 ermee bezig waren, is niet meer dezelfde tijd als nu.
We weten ondertussen waar het woord vandaan komt en wat we ermee bedoelen. Maar hoe vertalen we dat naar het leven waarin in we leven? We zien het namelijk vaak terug komen in de taal. Een pragmatische aanpak, bijvoorbeeld. Wat natuurlijk inhoudt dat je praktisch en nuttig te werk gaat. Denk bijvoorbeeld aan:
- Je werkt op een efficiënte manier
- Je weet je tijd nuttig in te delen
- Je verdoet je tijd niet aan onnodige zaken
- Je werkt vanuit de juiste positie ten op zichtte van je werk of bezigheid
- Je bekijkt kritisch naar wat er op dit moment nodig is
- Je werkt nuttig en levert bruikbare oplossingen; je denkt pragmatisch
Lees ook eens: